Hemelvaart

Hemelvaart. Op donderdag de veertigste dag na Pasen vieren christenen de hemelvaart (‘Ascensionis Domini’) van Jezus Christus. Het is de veertigste dag na zijn opstanding uit het graf en tien dagen voor Pinksteren (nederdaling van de Heilige Geest). In 2021 valt Hemelvaart op donderdag 13 mei.

In veel landen is Hemelvaartsdag een officiële vrije dag o.a. in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland (Christi Himmelfahrt, tevens Vatertag), Frankrijk (Jour de l’Ascension), Zwitserland (Auffahrt), Oostenrijk en Denemarken.

Zoals er veertig dagen zitten tussen Aswoensdag en Pasen, zo zitten er ook veertig dagen tussen Jezus’ herrijzenis met Pasen en Hemelvaartsdag, toen hij zich volgens de bijbel voor het laatst aan zijn volgelingen toonde. In religieuze kringen wordt dit meestal alleen met een kerkdienst gevierd.

Tot de vierde eeuw na Christus was Hemelvaart geen apart feest. De herdenking van de hemelvaart van Christus naar zijn vader in de hemel was slechts een van de onderdelen van het Pinksterfeest. Hemelvaart werd gevierd op de vijftigste dag na Pasen.

In de vijfde eeuw werd Hemelvaartsdag een apart feest. In de middeleeuwen ontwikkelde het feest zich tot het afsluitende feest van de paasperiode. Dit werd gesymboliseerd in het doven van de paaskaars op Hemelvaartsdag.

Pasen (Jezus’ verrijzenis), Hemelvaart (Jezus’ verheffing aan Gods rechterhand) en Pinksteren (nederdaling van de Heilige Geest) vormen een fundamentele eenheid. Verrijzenis, hemelvaart en zending van de Geest drukken een en hetzelfde heilsgebeuren uit.

Dauwtrappen
Op Hemelvaartsdag gaan nog steeds veel mensen er vroeg op uit om dauw te trappen. Ze maken dan een wandeling of gaan een eindje fietsen. Dit voert terug op een gebruik uit een ver verleden. Mensen stonden toen op Hemelvaartsdag om drie uur ’s nachts op, wandelden met hun blote voeten door het gras, dansten en zongen. Van dit ritueel zou een magische en genezende werking uitgaan. In sommige streken wordt de activiteit ook wel ‘hemelvaren’ genoemd. Dit zou volgens het volksgeloof magische krachten geven. Onder andere zou het ouderdom bestrijden en huidaandoeningen genezen. Zo zou het een prima middel tegen zomersproeten zijn.

Dauwtrappen wordt ook wel in verband gebracht met de processie die vroeger op Hemelvaartsmorgen plaatsvond. Deze herinnerde aan de tocht van Jezus naar de Olijfberg. In de negentiende eeuw trokken Amsterdammers in alle vroegte de stad uit om buiten te bivakkeren onder het genot van koek, rozijnen, krakelingen, vijgen en een ‘cruycxken goed nats’. Er werd gedanst en gezongen. Het was wel de bedoeling om negen uur weer in de stad terug te zijn om de mis bij te wonen.

Pas later werd het de gewoonte om het als een plechtige ontmoeting met de natuur te zien en daarbij vooral to zwijgen. Iets wat nu ook weer ‘uit de mode’ begint te raken.

Tips voor opvoeders en leerkrachten

Dauwtrappen is en blijft een bijzondere ervaring. Sta op net voordat de zon opkomt en ga snel naar buiten. Met de kinderen kunt u er een moment van bezinning van maken. Iedereen is stil en luistert naar de geluiden van de natuur of van de stad die ontwaakt. Achteraf bespreekt u met elkaar wat u allemaal gehoord heeft. Was het een bijzondere ervaring en waarom? U kunt de kinderen vragen of ze er een gedichtje over schrijven. Ter inspiratie:

Dauwtrapversje
Lieve vrienden, ’t is vandaag
een dag om dauw te trappen,
en een keertje met dit weertje
lekker te gaan stappen.

Zing een lied uit volle borst,
we komen niemand tegen.
Wat is de bloementooi toch mooi
langs velden en langs wegen.

De vogels leggen nu hun ei.
De meidoorn staat te geuren,
ja, alles groeit en alles bloeit
in schitterende kleuren.

Tenslotte gaan we weer naar huis,
zodra de zon gaat zakken.
Moe maar voldaan en volbelaân
met ruikers en bloesemtakken.

Kate Greenaway

Dauwtrappen is tegenwoordig nog in verschillende varianten bekend, maar slechts weinigen lopen nog met blote voeten door het gras.

Er worden op verschillende plaatsen in het land natuurexcursies, fietstoertochten en wandelingen met dauwtrapontbijt georganiseerd. In Amsterdam is het nog lang traditie geweest om een vroege ochtendwandeling te maken en in Rotterdam moesten langslapers vroeger trakteren op zogenaamde hemelvaartsbollen, wat veel weg heeft van het Luilak-gebruik.

Verheffing of ronddragen van het kruisbeeld
In de middeleeuwen werd in sommige streken onder het lezen van het evangelie een kruisbeeld met een touw naar een opening in het kerkgewelf opgetrokken, een poging om Christus’ hemelvaart zo aanschouwelijk mogelijk te maken. Men lette daarbij op de kant die de gekruisigde Christus uitkeek vooraleer hij in het gewelf verdween, want vandaar zouden de onweren komen. Vanuit het gewelf wierp men heiligenprentjes, appels en bloemstukjes naar beneden. Daar konden de kinderen ze proberen te bemachtigen, waarbij het vaak gebeurde dat ze van boven nog een geut water over zich heen kregen. Elders wierp men oblieën (ongeconsacreerde hosties) naar beneden, waarmee men visueel wilde aanduiden dat Christus na zijn hemelvaart nog in een eucharistische gedaante te midden van de gelovigen aanwezig blijft.

Op andere plaatsen zette men het Christusbeeld op een draagberrie met vier armen. Onder het zingen van het Ascendo at Patrem (‘Ik stijg op naar mijn en uw Vader’) en bewieroking werd het tot driemaal opgeheven. Vervolgens droeg men het beeld door de kerk rond. Daarna zette men het in de sacristie, buiten het gezichtsveld van de gelovigen. Daarbij fungeerde de none – het negende uur, een van de toenmalige gebedsuren – van Hemelvaartsdag in de late middeleeuwen als aanvang van allerlei gedramatiseerde voorstellingen van wat op het feest werd herdacht. Op bepaalde plaatsen vonden er rondritten en brooduitdelingen voor de armen plaats. Wat later ontstonden er onder invloed van alcoholische feesten carnavalachtige toestanden.

Het doven van de paaskaars
Op Hemelvaartsdag doofde men vroeger de paaskaars, nadat men het evangelie gelezen had. Tijdens Pinksteren stak men de kaars opnieuw aan bij de wijding van de doopvont. Het doven van de paaskaars met Hemelvaart was een middeleeuwse manier om aan te geven dat Christus naar zijn Vader was teruggekeerd. Maar dit impliceerde meteen dat Christus blijkbaar niet meer aanwezig was in de geloofsgemeenschap. Tegenwoordig benadrukt de kerkelijke leer zowel Jezus’ terugkeer als zijn voortdurende, blijvende aanwezigheid binnen de geloofsgemeenschap. Daarom dooft men de paaskaars niet meer op Hemelvaartsdag. Zij blijft continu branden, althans tijdens de vieringen, gedurende de vijftigdagentijd.

De kruisdagen
De drie dagen vóór Hemelvaart werden door de kerk in de 6de eeuw uitgeroepen als openbare bededagen om Gods zegen over de velden af te smeken. Vandaar dat men sprak van rogationes. Processiegewijs trok men door de akkers met het H. Sacrament en het H. Kruis voorop. Iedere dag werd er een ander traject gevolgd. Vooral in overwegend plattelandsgebieden zijn deze bidprocessies geliefd gebleven. Richtten de verre vooouders zich tot hun (natuur)goden wanneer het gezaaide door vele kwalen bedreigd weid, dan keerde de plattelandsbevolklng zich op haar beurt tot God. Want men geloofde dat de Heei bij zijn hemelvaart alle beden en wensen van zijn volk meegenomen had om ze aan zijn Vader voor te leggen. Waar de processie van de kruisdagen nog plaatsvindt, viert men meestal ook de eucharistie.

Bedevaarten, processies en kermissen
Op Hemelvaartsdag zijn er ook veel bedevaarten. Verschillende van deze bedevaarten hebben het karakter van smeekprocessies en hun oorsprong zou te vinden zijn in processies die in de 15de eeuw in Frankrijk gehouden werden voor het bezweren van zware epidemieën.

In België trekken rond Hemelvaartsdag nog steeds op tal van plaatsen processies rond. Zoals de Brugse Heilig-Bloedprocessie, waarvan de oorsprong reeds teruggaat tot de 13de eeuw, en waarbij men onder meer herdenkt hoe Diederik van den Elzas, graaf van Vlaanderen, na de tweede mislukte kruistocht de relikwie van het Heilig Bloed in 1150 mee naar Brugge bracht. Of de Hanswijkprocessie te Mechelen, eveneens eeuwenoud, die in 1272 zou zijn ontstaan ingevolge een plechtige belofte van de Mechelse bevolking, die door Maria’s voorspraak bevrijd werd van onlusten en pest.

Voorts verdient de Potjérkruiwagenkoers te Ramsel zeker vermelding. Tijdens het weekend van Hemelvaart wordt het harde labeur van de Ramselse potjéredabbers of kleiputters, die destijds met de kruiwagen potaarde en bakstenen voor de steenbakkerijen sjouwden, in herinnering gebracht. Na een défilé rond de kerk met hun kruiwagen vol bakstenen en ander gereedschap, volgt er een uitputtende veldloop over veld en weide, door modder en zand. Onderweg moeten nog tal van proeven afgelegd worden, zoals eieren gooien, aardappelen schillen…

Voor de Saksen in Braller, een dorpje in Transsylvanië, betekent Hemelvaartsdag het houden van het ritueel van het wegdragen van de dood. Na de ochtendmis begeven de schoolmeisjes zich naar het huis van één van hen en vervaardigen daar de doodpop. Deze pop wordt in het geopende venster gezet, zodat alle mensen hem op weg naar de kerk kunnen zien. Daarna volgt er een feestmaal, waarvan de jongens uitgesloten zijn.

In Estland heeft Hemelvaartsdag een negatieve bijklank. Het is er een van de drie dagen van het kruis. De mensen in de omgeving van Fellin durven op die dag de deur niet uit te gaan uit angst dat de gure wind uit Lapland hen de dood op het lijf zal jagen.

Het zegenen van bonen
De zegening van nieuwe bonen heeft als zodanig niets met Hemelvaart te maken. Naar alle waarschijnlijkheid is voor het zegenen van dit zuidelijke volksvoedsel de dag van Hemelvaart uitgekozen als feestelijk tijdstip, omdat het samenviel met de eerste bonenoogst. De vermelding van de bonenwijding in het boek Liber pontificalis van paus Eutychianus (275-283) duidt er immers op dat de bonen destijds het belangrijkste voedsel waren voor het Italiaanse volk. Toch is het best mogelijk dat er een verband gelegd kan worden met de kruisdagen. In sommige landen golden deze kruisdagen immers als een soort feest van de eerstelingen. De zegening van de eerste vruchten, met name de bonen, zouden geleidelijk overgegaan zijn in de kruisdagen.

Verder vinden er op sommige plaatsen nog andere bijzondere gebruiken plaats, zoals het vieren van het middaguur, waarop volgens de apocriefen de hemelvaart van Jezus plaatsvond. Dit middeleeuwse fenomeen leeft hier en daar nog voort in enkele kloosters.

Bijbelse achtergrond van Hemelvaart
Jezus’ leerlingen geloofden dat Jezus bij God was, gezeten aan Zijn rechterhand. In het toenmalige wereldbeeld was de hemel, de woning van God, boven de aarde. Als zij dus hun geloof dat Jezus bij God was wilden uitdrukken, dan moest Jezus naar ‘boven’. Dit kon men zich niet anders voorstellen dan dat Hij door een wolk (in verschillende verhalen van het Oude Testament het symbool van Gods aanwezigheid) omhoog geheven werd.

In het evangelie van Matteüs wordt gesproken over de verheerlijking van Jezus, terwijl in het evangelie volgens Marcus, Lucas en Johannes er sprake is van Jezus’ hemelvaart (of beter: zijn opneming ten hemel). De hedendaagse gelovige stelt vragen omtrent die hemelvaart. Hoe komt het bijvoorbeeld dat alleen door Lucas en in Handelingen de hemelvaart gedateert wordt op de veertigste dag? Onderstaand fragment komt uit Handelingen 1:1-13 en is verantwoordelijk voor de huidige viering van Hemelvaartsdag.

Hemelvaart volgens de bijbel
Na zijn [Jezus] lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen [de apostelen] over het koninkrijk van God. Toen […] werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: “Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.” Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem.

Historische achtergronden van Hemelvaart
Vanaf het begin belijdt de kerk het mysterie van Christus’ overgang van deze aarde naar de glorie aan de rechterhand van de Vader. De herdenking van dit geheim heeft ook haar plaats gekregen binnen de eucharistieviering. Toch vermeldt de anaphora van Hippolytus (ca. 215) Hemelvaart niet. Doch de uitbreiding hiervan die we in de constitutiones apostolorumvinden, is op dit punt zeer uitdrukkelijk, en in de catechese van de heilige Ambrosius – De sacramentis – treffen we een formulering aan die grote overeenkomst vertoont met onze huidige liturgische zienswijze. Parallel aan de soberheid die het Nieuwe Testament betracht rond de hemelvaart als zichtbaar gebeuren, ging in de eerste drie eeuwen binnen de kerk de aandacht eerder uit naar het mysterie, het onzichtbare heilsfeit van Christus’ ingaan in de glorie van de Vader bij zijn opstanding (Pasen) en van de uitstorting van de Heilige Geest (Pinksteren).

De verheerlijkte, hemelse staat van de verrezen Christus en de mededeling van de Geest overheersten, zodat van de afzonderlijke herdenking van Hand. 1:9-11 op de veertigste dag na Pasen aanvankelijk geen sprake was. De gehele paastijd gold als één doorlopend, ononderbroken feest van Christus’ verheffing, waarin de feesten van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren weliswaar onderscheiden maar nog niet gescheiden werden. De viering van Hemelvaart bereikte haar volheid op de vijftigste dag, waarop men de uitstorting van de Geest herdacht. Aangezien Christus’ heengaan een voorwaarde was voor deze gave, lag de herdenking van het gebeuren van Hand. 1:9-11 in deze viering besloten.

Vanaf de 4de eeuw begon men de diverse aspecten van dit ene gebeuren geleidelijk aan uit elkaar te halen en herdacht men de veertigste dag na Pasen als de dag van de hemelvaart van Jezus, volgens de chronologie van Lucas. Daarbij speelde de eerbied voor het getal veertig een rol van betekenis, evenals het streven naar een zekere analogie met de veertigdagentijd vóór Pasen.

Het is een feit dat het feest sinds de 5de eeuw een algemeen gebruik was, zowel in het Westen als in het Oosten. Vooral Gregorius van Nyssa wordt beschouwd als een groot promotor. In Jeruzalem werd het feest ingevoerd rond 425 en in Rome hield paus Leo de Grote er in elk geval een preek over. Algemeen kan men stellen dat Hemelvaart in zekere zin een eigen feestdag had binnen de vijftigdaagse viering van het paasmysterie. De band van Hemelvaart met Pasen en Pinksteren bleef behouden in deze eerste tijden.

Toch zou later blijken dat de viering van Hemelvaart, zoals die in de 4de-5de eeuw ontstaan was, gemakkelijk aanleiding kon geven tot een verzelfstandiging van dit feest. De viering van de drie bovengenoemde feesten werd in de loop der Middeleeuwen gescheiden, met een teloorgang van de oorspronkelijke band. Met de opkomst van de devotie voor de mensheid van Christus viel het Christusgebeuren uiteen in een spectrum van blijde en droevige mysteries. Men verbrak definitief de eenheid van het paasgebeuren door een exclusieve inhoud toe te kennen aan de vierdagen van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Men scheidde ze van elkaar, zodat ertussen slechts een temporeel in plaats van een organisch, heilshistorisch verband werd gezien. Wat er nog restte van de eenheid van de paastijd verviel hiermee. In plaats van de enkelvoudige geloofs-beschouwing die tot de kern doordrong, trad het sentiment dat naar bijkomstigheden uitging op de voorgrond. Hemelvaart werd in het gelovige bewustzijn louter een afscheidsfeest met een pathetische noot: het uitdoven van de paaskaars of het omhoogtrekken van een Christusbeeld. De dag werd tevens voorzien van een feestweek of octaaf. Aan de op hoogfeesten gebruikelijke processie vóór de hoogmis werd de zin gegeven van een uitgeleide doen van de Heer naar de Olijfberg. Deze ontwikkeling zou zich gedurende de moderne tijd voortzetten. Hemelvaart werd het feest van het afscheid. Volkse elementen werden aan het feest toegevoegd, waarbij het aanschouwelijke het won van de innerlijke band met het paas-pinkstermysterie. Hetzelfde lot zou ook het pinksterfeest te beurt vallen.

De laatste decennia gingen er evenwel stemmen op tot een diepere bezinning op het paasmysterie en de herintegratie van de hemelvaart erin. Het hemelvaartsfeest mocht immers geen einde betekenen van de paasvreugde en het mocht niet meer geassocieerd worden met de menselijke gevoelens van weemoed of droefheid. De eerste aanzet om de hemelvaart zo te zien werd vooral gegeven door Pius XII. Voor een echte verandering was het evenwel wachten op het tweede Vaticaanse concilie. Volgens dit concilie heeft Hemelvaart een eigen accent binnen de vijftigdaagse paastijd, maar tegelijkertijd werd de organische band ervan met de gehele paastijd onderstreept. Deze tijd eindigde niet met Hemelvaart, maar met Pinksteren. Beide feesten kennen derhalve geen octaaf meer. De paaskaars wordt niet meer gedoofd na de evangelielezing van Hemelvaart, maar blijft alle dagen branden tot en met Pinksteren. Zo werd de eenheid van de gehele paastijd als het ware hersteld.

Hemelvaart in andere culturen
De islam kent ook een “Hemelvaartsdag”. Lailat-ul-Meraj (Hemelvaart Mohammed) staat voor de gezegende nacht waarop de profeet Mohammed spiritueel opsteeg tot in de hemel en bij Allah een plaats kreeg. Op zijn weg naar Allah ontmoette de profeet achtereenvolgens Adam, Abraham, Mozes, Jezus en nog andere profeten. Het doel van deze spirituele tenhemelstijging was om de status van Mohammed te bevestigen. Moslims geloven dat geen enkel ander menselijk wezen ooit tot zoiets in staat is. Er wordt verhaald dat zelfs Gabriël, die de profeet op zijn reis vergezelde, op een bepaald moment moest afhaken en het volgende opmerkte: “Ik ben genoodzaakt hier te stoppen. Ik kan niet verder gaan, maar gij, heerser van de wereld en brenger van vrede, voltooi uw glorieuze opmars.” Mohammed deed dat en benaderde Allahs troon. Na overvloedig gedronken te hebben van de goddelijke fontein van spirituele wijsheid en kennis, keerde hij terug naar de aarde om de mensheid deelgenoot te maken van zijn kennis. Deze spirituele transcendentie vond plaats op de 27ste dag van Radjab. Moslims vieren deze gebeurtenis door te bidden. In sommige moslimlanden worden de huizen, de straten en zeker de moskeeën versierd met kleurrijke wimpels en vlaggen, ’s Nachts worden ze feestelijk verlicht met kandelaren en zelfs olielampen. ’s Avonds vinden er in de moskeeën erediensten plaats en komen sprekers de diepgang van deze heilige avond toelichten. Na de plechtigheid worden er zoetigheden uitgedeeld. Het grootste deel van de nacht wordt in gebed doorgebracht en van de gegoede moslims wordt verwacht dat zij wat van hun rijkdom afstaan ten gunste van hulpbehoevenden.

Een feestdag in Åland, Albanië, Andorra, Argentinië, Aruba, Australië, België, Benin, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Chili, Congo-Brazzaville, Curaçao, Denemarken, Dominicaanse Republiek, Duitsland, El Salvador, Europese Unie, Faerøer-eilanden, Filipijnen, Finland, Frankrijk, Frans Guyana, Frans Polynesië, Groenland, Guadeloupe, Ierland, IJsland, Indonesië, Italië, Ivoorkust, Kameroen, Lesotho, Libanon, Liechtenstein, Luxemburg, Madagaskar, Martinique, Mayotte, Monaco, Namibië, Nederland, Nicaragua, Nieuw-Caledonië, Noorwegen, Oostenrijk, Papoea-Nieuw-Guinea, Paraguay, Réunion, Saint-Barthélemy, Saint-Martin, Saint-Pierre en Miquelon, Senegal, Sierra Leone, Sint Maarten, Spanje, Spitsbergen, St. Helena, St. Kitts en Nevis, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Swaziland, Vanuatu, Venezuela, Verenigd Koninkrijk (UK), Verenigde Staten (USA), Wallis en Futuna, Zuid-Afrika, Zweden, Zwitserland.

Bron: https://www.beleven.org/feest/hemelvaart

  • 00

    dagen

  • 00

    uren

  • 00

    minuten

  • 00

    secondes

Datum

mei 29 2025

Tijd

Hele dag